Wie Kassel zegt, bedoelt Documenta

31/08/2012

 

Hoe een persoon bepalend kan zijn voor de identiteit van een stad blijkt wel uit het voorbeeld Kassel. Arnold Bode, geboren in Kassel in 1900 en werkzaam als kunstschilder en docent in Berlijn van 1928 tot 1933, keerde door een door de Nazi’s opgelegd beroepsverbod terug naar zijn geboorteplaats Kassel.

In 1955 organiseerde hij in Kassel de eerste Documenta. De focus lag op kunst uit de 20e eeuw en de presentatie format was zeer vernieuwend voor die tijd. De eerste Documenta trok ruim 350.000 bezoekers. Het grote succes vroeg om herhaling en na enige decennia waren Kassel en de Documenta nagenoeg synoniem. Elke 4 of 5 jaar werd een grootschalige expositie gedurende 100 dagen georganiseerd.

 

 

De Documenta breidde zich met de jaren gestaag uit over de binnenstad en neemt daarbij periodiek bezit van een groot aantal publieke gebouwen en openbare ruimtes. Daarnaast leverde de Documenta ook een aantal specifieke gebouwen op, speciaal ontworpen voor de Documenta. De expositie drukt daarmee tevens een permanent stempel op de stad.

Kassel en de Documenta gaan heel goed samen. Lijken feitelijk voorbestemd. De stad is gebouwd op een aantal heuvels. De weidsheid van een aantal pleinen, de zichtas die vanuit de oude binnenstad naar het pakweg 6 kilometer verderop liggende Schloss Wilhelmshohe loopt en het zeer ruim bemeten park Karlsaue dat de oude bovenstad scheidt van de lager gelegen Neustadt,  geven de stad een heel ontspannen en ruimtelijk karakter. In een dergelijke omgeving kan kunst goed gedijen en biedt het bewoner en bezoeker rust en ruimte om te reflecteren. De Documenta zit langzaam maar zeker verweven in het DNA van de inwoners van Kassel. Drie generaties zijn al opgegroeid met de Documenta als deel van de directe leefomgeving.

 

De ruimtelijke opzet van Kassel maakt het mogelijk grote aantallen bezoekersstromen te kunnen verwerken zonder dat bewoner en bezoeker het gevoel hebben ten onder te gaan in de voortsnellende massa. Wel zit er een limiet aan het aantal bezoekers dat per expositieruimte kan worden ontvangen. Dat ondervond ik deze week aan den lijve. De Documenta sluit over twee weken. En zoals velen wilde ook ik nog een kijkje gaan nemen. De aantallen bezoekers nemen nu per dag toe hetgeen resulteert in relatief lange wachttijden bij een aantal geëxposeerde werken. Gelukkig is de Documenta zo groots in omvang dat de keuze naar een volgende expositieruimte door te lopen, ook snel is gemaakt.

 

De Documenta trekt inmiddels 750.000 bezoekers (cijfers Documenta 12, 2007). Het projectbudget is ook navenant gestegen:  Was het projectbudget voor de eerste editie ruim DM 350.000, de vijfde editie was reeds goed voor een budget van ruim DM 4 miljoen en de 9e editie voor DM 19 miljoen. Daarna is het heel snel gegaan. De 10e editie schrijft een projectbudget van 20 miljoen euro en de 12e editie ruim 26 miljoen euro (bron cijfers tijdschrift LIVE, sommer, 2012, magazin fur Kassel + Nordhessen).

Een behoorlijk bedrag inmiddels maar daar staat ook heel wat tegenover aan de inkomstenzijde. Pen en papier erbij leert dat de inkomsten uit ticketverkoop voor een fors bedrag zorgen. Een eendaagse pas kost 20 euro, een tweedaagse 35 en een seizoenspas 100 euro. Dat betekent dat indien men als uitgangspunt stelt dat de gemiddelde bezoeker kiest voor een twee daagse pas, bij 750.000 bezoekers, ruim 26 miljoen wordt opgehaald door ticketverkoop. Veel bezoekers kiezen er daarnaast voor 1 of 2 dagen te overnachten. Stel dat een gemiddelde bezoeker gedurende zijn/haar verblijf aan logies en verblijf 100 euro uitgeeft. Dat genereert een additionele inkomstenstroom voor de horeca en detailhandelssector van ruim 75 miljoen euro.

Deel dit artikel:

Citydna. tags