De belofte van Open Data: Nationaal Congres Open Data 2013

08/04/2013

 

Afgelopen vrijdag vond het nationaal congres open data voor de tweede keer plaats. In de zaal zo’n 100 man, bijeengekomen om de meest recente wederwaardigheden rondom open data te vernemen. Het gros van de aanwezigen was afkomstig uit West Nederland en Eindhoven, gastheer van het congres. Oost en Noord Nederland waren maar matig tot bijna niet vertegenwoordigd. Leeft daar de koorts rondom Open Data nog niet? Dat is niet helemaal waar. Enschede en Deventer zijn bijvoorbeeld actief betrokken bij de Digitale Steden Agenda als trekker van het thema zorg, respectievelijk de lerende stad.

Open Data, social media en het achterlaten van digitale sporen tijdens het googelen, er is veel om te doen. De laatste weken verschijnen er steeds vaker berichten over privacy schending. Likes op Facebook verraden binnen no time je levensstijl. Producteigenaren van onschuldig lijkende apps die je voor een paar centen of zelfs gratis kan downloaden verkopen aan de achterkant je gegevens of gebruiken de app om in je smartphone naar binnen te gluren. En natuurlijk ergeren we ons allemaal aan de opdringerige persoonsgebonden reclameuitingen die ineens ‘spontaan’ op ons scherm verschijnen. Zo spontaan, dat je er soms ook bijna om moet lachen.

 

 

Ging het congres daarover, over privacy schending? Nee, alhoewel het natuurlijk wel aan de orde kwam en voor velen een grote bron van zorg is. De focus lag met name op de kansen die het openen van datastromen biedt. Het zal binnen afzienbare tijd zorgen voor grote doorbraken van bijvoorbeeld de (zelf) zorg. Yuri van Geest, nam op zijn typerende sneltreinvaart wijze de bezoekers mee naar de wereld van nieuwe kennis, naar een wereld van grote medische doorbraken en toepassingen die de wijze waarop we nu tegen bepaalde materie aankijken, bijna compleet op de kop zal gaan zetten. We staan aan het begin van exponentionele groei, serendipiteit maakt nieuwe doorbraken versneld mogelijk en synchroniciteit wordt ons deel, dat wil zeggen, dat wat we zoeken als vanzelf naar ons toe zal gaan komen. Dit zal allemaal mogelijk zijn omdat we in staat zullen zijn grote data stromen te verzamelen, te verwerken en te interpreteren.

Het congres ging ook over de kracht van DIY. Stel dat je als burger, organisator, bedrijf of wie je ook maar bent, direct toegang hebt tot geaggregeerde datakennis, die je zelf kan en mag interpreteren waardoor je in staat bent veel betere beslissingen te nemen? Kennis is macht. Alhoewel het woord macht hier bijna misstaat. En al helemaal misstaat als we door ontwikkelen naar een maatschappij waarbij de gezamenlijkheid weer meer voorop komt te staan.

Martijn de Waal, schrijver van het boek ‘De stad als interface‘  waarschuwde bijvoorbeeld voor het gevaar dat het nu zo populaire concept van Smart Cities veel te veel top-down wordt benaderd, waardoor er feite niet veel veranderd, het is dan immers opnieuw de politiek, maar ook de ontwerpers, de ingenieurs en de techneuten die bepalen hoe de ideale stad er zou moeten uitzien. De Waal bepleit de smartcity in samenhang met de social city, waar met name bottum up door belanghebbenden wordt aangegeven hoe een smart city zou moeten worden ingericht en georganiseerd.

 

Screenshot OSCity

Het congres ging ook over de creativiteit en de technische kennis van een nieuwe generatie die in no time een gebruiksvriendelijke app of andere digitale toepassing weet te bouwen waardoor een enorme berg data heel eenvoudig is te verhapstukken. Waardoor er toepassingen ontstaan die het leven veel leuker en aangenamer weten te maken. Door bergen data de ontsluiten maak je het mogelijk dat anderen, die vervolgens op de ontsloten data duiken, kansen zien, mogelijkheden ontwaren en interessante correlaties bespeuren die op hun beurt weer voor een doorbraak zorgen, voor innovatie dus.

Feitelijk staat open data nog in de kinderschoenen. Het wiel wordt nu nog overal opnieuw uitgevonden en alhoewel er steeds meer databestanden worden vrijgegeven, is het nog maar het topje van de ijsberg dat beschikbaar is. Dat reeds beschikbare toepassingen moeten worden opgeschaald is evident. Het zou toch jammer zijn dat een goed werkende app alleen in een bepaalde stad of regio is te gebruiken. Opschalen is echter niet altijd zo eenvoudig, al is het al omdat niet elke stad of regio gebruik maakt van dezelfde databestanden en indelingen, daarnaast worden ook niet  overal even gemakkelijk databestanden vrijgegeven. Opschaling op regionaal en nationaal niveau is nog maar het begin, laat staat dat we in staat willen zijn op den duur op te schalen naar Europees niveau en natuurlijk willen we dat, het land en het leven houdt immers niet op bij de grens.

 

Presentatie Yuri van Geest

Nu is de eindgebruiker nog voor een groot gedeelte afhankelijk van techneuten. Jongens en meisjes die in staat zijn de technische applicaties te bouwen waardoor stromen data toegankelijk worden. Voor een niet techneut voelt het een beetje als het onbereikbare walhalla. Je zou duizend en één verbanden willen onderzoeken en vergelijken, maar de dataverwerker die je daarvoor nodig hebt kun je niet zelf bouwen, in ieder geval nu nog niet, maar dat zal niet altijd zo zijn. Op de iets langere termijn zullen er stromen data beschikbaar zijn, die dankzij handige applicaties, zelfs door de leek zijn te bewerken tot handige visualisaties.

Wat betreft het toegang hebben tot bestanden en het combineren van gegevens zonder technische voorkennis, in deze beloofden de makers van OSCITY tijdens het congres een heel mooi stukje speelgoed: een Nederlandse databank waarop gegevens zoals leeftijd, inkomen, armoede, bebouwing, leegstand, voorzieningen etcetera zijn ingevoerd, zodat je als gebruiker allerlei zaken kan combineren en op postcode 6 niveau inzichtelijk kan visualiseren. Met de belofte dat deze databank in de toekomst met nog heel veel andere databestanden zal worden uitgebreid is daarmee toch een heel mooi stukje Open Data gereedschap on line geplaatst.

Deel dit artikel:

Citydna. tags